bandoneonist
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ban·do·ne·o·nist
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bandoneonist | bandoneonisten |
verkleinwoord | bandoneonistje | bandoneonistjes |
Zelfstandig naamwoord
de bandoneonist m
- (muziek) bespeler van de bandoneon
- ▸ Bandoneonist Carel Kraayenhof moet na dertig jaar noodgedwongen stoppen met zijn tango-ensemble. Het wordt te duur, maar er speelt meer. "In het hele culturele klimaat is minder ruimte voor wereldmuziek. Het genre is stervende", aldus Kraayenhof.[1]
- ▸ De bandoneonist en componist Carel Kraayenhof krijgt een Edison voor zijn hele oeuvre en zijn buitengewone betekenis voor de Nederlandse muziek. De prijs wordt hem op 6 juli uitgereikt in het Rotterdamse theater LantarenVenster.[2]
- ▸ James Last werd in 1929 als Hans Last geboren in Bremen. Hij was de zoon van een Engelse vader en een Duitse moeder. Zijn vader was meteropnemer, maar zijn passie was de muziek; hij trad regelmatig op als bandoneonist.[3]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord bandoneonist staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Podcast Oog: neergang van de tango en Kings nalatenschap” (Zaterdag 7 april 2018, 12:41), NOS
- ↑ Weblink bron “Edison Oeuvreprijs voor Carel Kraayenhof” (Donderdag 17 mei 2018, 11:17), NOS
- ↑ Weblink bron “James Last: koning van de lichte muziek” (Woensdag 10 juni 2015, 12:22), NOS