bandenwissel
- ban·den·wis·sel
- samenstelling van band en wissel met het invoegsel -en-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bandenwissel | bandenwissels |
verkleinwoord | - | - |
de bandenwissel m
- het wisselen van de banden van een voertuig
- Het woord bandenwissel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.