Nederlands

 
kleine bamboerat (Cannomys badius)
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • bam·boe·rat
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bamboerat bamboeratten
verkleinwoord bamboeratje bamboeratjes

Zelfstandig naamwoord

de bamboeratv / m

  1. (knaagdieren) zoogdier uit de onderfamilie Rhizomyinae   van ondergronds levende knaagdieren uit de familie Spalacidae  . Soms worden ze samen met de molratten of Afrikaanse wortelratten (Tachyoryctinae) in een gezamenlijke onderfamilie geplaatst, de wortelratten, die soms als een aparte familie wordt gezien, de Rhizomyidae  
Hyponiemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

Meer informatie