Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bal·lon·vaart
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord ballonvaart ballonvaarten
verkleinwoord ballonvaartje ballonvaartjes

Zelfstandig naamwoord

de ballonvaartv / m

  1. (luchtvaart) ballonvlucht, een tocht met een ballon

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be