balg
- balg
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | balg | balgen |
verkleinwoord | balgje | balgjes |
- een (geplooid) stuk leer, ruwe huid of rubber
- opgevouwen zak van een accordeon, camera, blaasbalg enz
- Het woord balg staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "balg" herkend door:
76 % | van de Nederlanders; |
61 % | van de Vlamingen.[6] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "balg" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ balg op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be