balansregelaar
- ba·lans·re·ge·laar
- samenstelling van balans en regelaar
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | balansregelaar | balansregelaars |
verkleinwoord | balansregelaartje | balansregelaartjes |
de balansregelaar m
- (elektronica) voorziening op een stereoversterker waarmee de balans tussen beide kanalen kan worden geregeld
- Het woord balansregelaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.