balansregelaars

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  balansregelaars    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• ba·lans·re·ge·laars

Zelfstandig naamwoord

de balansregelaars mv

1. meervoud van het zelfstandig naamwoord balansregelaar

Gangbaarheid

• Het woord balansregelaars staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.