bakengeld
- ba·ken·geld
- samenstelling van baken zn en geld zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bakengeld | bakengelden |
verkleinwoord | - | - |
- (scheepvaart) heffing van inkomende en uitgaande schepen tot dekking van de kosten van de bebakening
- Het woord bakengeld staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.