Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bad·stoel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord badstoel badstoelen
verkleinwoord badstoeltje badstoeltjes

Zelfstandig naamwoord

de badstoelm

  1. een stoel die je kunt gebruiken om in bad of onder de douche te gaan
    • Een badstoel is vooral handig in een verpleeghuis als mensen niet meer zelfstandig kunnen baden. 

Gangbaarheid