badslipper
  • bad·slip·per
enkelvoud meervoud
naamwoord badslipper badslippers
verkleinwoord badslippertje badslippertjes

de badslipperm

  1. (schoeisel) watervast, licht schoeisel zonder hiel meestal gemaakt van plastic die geschikt is om over een nat oppervlak te lopen
     Even geleden was het slechts een modemusthave voor een klein groepje: de ouderwetse campingslipper. Het liefst met Gucci-sportsok en hoge broek. Maar inmiddels zijn de good-old badslippers helemaal doorgedrongen in het straatbeeld en op de schoolpleinen. ,,De slipper met sportsok is gemeengoed aan het worden."[2]
     Naast je grillburger een heuse badslipper uit de automatiek trekken blijft voorlopig nog een ijle droom. Maar dat de eerste echte Febo-kledinglijn eraan komt, is een feit.[3]
  1. badslipper op website: Etymologiebank.nl
  2.   Weblink bron
    Bonne Kerstens
    “De campingslipper is zó hip dat hij weer standaard wordt” (23-06-2017), Tubantia
  3.   Weblink bron
    Bien Borren
    “Diehard Febo-fan krijgt rode badslippers” (01-08-2017), Tubantia