Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bad·ka·mer·te·gel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord badkamertegel badkamertegels
verkleinwoord badkamertegeltje badkamertegeltjes

Zelfstandig naamwoord

de badkamertegelm

  1. glad afgewerkte platte stenen, meestal van aardewerk, waarmee wanden of vloeren van badkamers worden bekleed
Vertalingen

Gangbaarheid