bacillair
- ba·cil·lair
- afgeleid van het Franse bacillaire of van bacille met het achtervoegsel -air
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | bacillair | bacillairder | bacillairst |
verbogen | bacillaire | bacillairdere | bacillairste |
partitief | bacillairs | bacillairders | - |
bacillair
- betrekking hebbend op, veroorzaakt door bacillen
- Het woord bacillair staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bacillair" herkend door:
60 % | van de Nederlanders; |
65 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be