babbelachtig
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- bab·bel·ach·tig
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van babbelen met het achtervoegsel -achtig
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | babbelachtig | babbelachtiger | babbelachtigst |
verbogen | babbelachtige | babbelachtigere | babbelachtigste |
partitief | babbelachtigs | babbelachtigers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
babbelachtig
Gangbaarheid
- Het woord babbelachtig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.