gebandeerde baardkoekoek
  • (IPA in voorbereiding)
  • baard·koe·koe·ken
enkelvoud meervoud
naamwoord baardkoekoeken
verkleinwoord

de baardkoekoekenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord baardkoekoek
  2. meervoudsvorm als officiële benaming (spechtvogels) Bucconidae   een familie van vogels uit de orde spechtvogels. Deze vogels hebben een grote kop met een sterke, vaak haakvormige snavel. Ze hebben een grijs, bruin of witachtig verenkleed. Ze zitten vaak urenlang bewegingsloos op een tak, waarna ze op zoek gaan naar voedsel