azavtani
- azav·ta·ni
- van Hebreeuws עזבתני ww uit voltooid deelwoord van עזב ww "verlaten" אַתְּ vn (at) "gij" en ני- (-ni) "mij" [1]
azavtani
- (Jiddisch-Hebreeuws) gij mijverlaten, mij in de steek gelaten, alleen in onderstaande vaste verbinding
- Het woord 'azavtani' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.