• av·veie
Naar frequentie 20211
vervoeging
onbepaalde wijs avveie
tegenwoordige tijd avveier
verleden tijd avveide
voltooid
deelwoord
avveid
onvoltooid
deelwoord
avveiende
lijdende vorm avveies
gebiedende wijs avvei
vervoegingsklasse Klasse 2 zwak
opmerking

avveie

  1. overgankelijk, (verouderd) afwegen (door weging afzonderen)
  2. overgankelijk, (figuurlijk) afwegen, overwegen (voor- en nadelen bezien)
    «Teksten i annonsen vel avveid og valgt med omhul.»
    De tekst in de advertentie is zorgvuldig overwogen en gekozen.