afwegen
- af·we·gen
- samenstelling van af bw en wegen ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
afwegen |
woog af |
afgewogen |
klasse 2 | volledig |
afwegen
- overgankelijk het ene belang vergelijken met het andere
- Deze zaken dienen nauwkeurig afgewogen te worden.
- ▸ Soms moet je eerst handelen en daarna pas afwegen.[1]
- overgankelijk een bepaalde massa door weging afzonderen
- Er werd 50 miligram afgewogen en opgelost in zwavelzuur.
- Het woord afwegen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "afwegen" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ “Het dossier” (2017), Luitingh-Sijthoff , ISBN 9789021042503
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be