• av·ri·ving
  • Afkomstig van het Duitse zelfstandige naamwoord Abreibung
  • Afleiding van het Noorse werkwoord rive met het voorvoegsel av- en met het achtervoegsel -ing
Naar frequentie zeldzaam
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   avriving     m: avrivingen
v: avrivinga  
  avrivinger     avrivingene  
genitief   avrivings     m: avrivingens
v: avrivingas  
  avrivingers     avrivingenes  

avriving, m / v

  1. afwrijving (vorm van vingermassage)
  • kald avriving
koude afwrijving


  • av·ri·ving
  • Afkomstig van het Duitse zelfstandige naamwoord Abreibung
  • Afleiding van het Nynorske werkwoord rive met het voorvoegsel av- en met het achtervoegsel -ing
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   avriving     avrivinga     avrivingar     avrivingane  

avriving, v

  1. afwrijving (vorm van vingermassage)
  • kald avriving
koude afwrijving