autokostenforfait
- au·to·kos·ten·for·fait
- samenstelling van autokosten zn en forfait zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | autokostenforfait | autokostenforfaits |
verkleinwoord | autokostenforfaitje | autokostenforfaitjes |
het autokostenforfait o
- het voordeel dat iemand privé geniet door het gebruiken van de auto van de zaak voor privé doeleinden belasten door middel van een fiscale bijtelling
- Het woord 'autokostenforfait' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.