autokost

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  autokost    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• au·to·kost

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  auto zn  en  kost zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	autokost	autokosten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de autokost m

1. (verouderd) (economie) geld dat men nodig heeft om met een auto te kunnen rijden

Gangbaarheid

• Het woord autokost staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.