• au·to·craat
enkelvoud meervoud
naamwoord autocraat autocraten
verkleinwoord autocraatje autocraatjes

de autocraatm

  1. (politiek) iemand die de alleenheerschappij voert
86 % van de Nederlanders;
85 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be