• au·to·bus·be·drijf
enkelvoud meervoud
naamwoord autobusbedrijf autobusbedrijven
verkleinwoord autobusbedrijfje autobusbedrijfjes

het autobusbedrijfo [1]

  1. (verkeer) (economie) bedrijf dat busverbindingen exploiteert
  2. (verkeer) (economie) bedrijf dat autobussen exploiteert
     Door het uitblijven van een kmo-zone in Opwijk verhuist het autobusbedrijf Reizen De Vriendt midden dit jaar naar buurgemeente Lebbeke. Het familiebedrijf beschikt over 17 autobussen en heeft 25 personeelsleden in dienst.[2]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Autobusbedrijf verhuist naar Lebbeke” (13 februari 2008 om 00:00 uur), De Standaard