auditeur-generaal
- au·di·teur-·ge·ne·raal
- samenstelling van auditeur zn en generaal zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | auditeur-generaal | auditeuren-generaal |
verkleinwoord |
de auditeur-generaal m
- (beroep) leidinggevend jurist bij het auditoraat van de Raad van State
- Het woord auditeur-generaal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.