Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • at·tes·te·ring
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord attestering attesteringen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de attesteringv

  1. de keer dat men officieel verklaart of getuigt dat iets voldoet aan de gestelde eisen
     Het vernieuwde decreet, een initiatief van minister van Gelijke Kansen Pascal Smet, kreeg de bijnaam ‘woefkesdecreet’. Het voorziet ook dat de regering een attestatie-instantie kan aanwijzen. Die instantie moet dan de voorwaarden uitwerken waaraan hondenscholen moeten voldoen voor de attestering van assistentiehonden.[1]
     De resultaten die leerlingen behalen, zijn weinig indicatief voor de beheersingsgraad van de eindtermen en leerplandoelstellingen. Ze vormen dus geen goede basis voor de beslissingen van de delibererende klassenraden over de attestering en de oriëntering naar studierichtingen in de bovenbouw’, luidt het.[2]
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    kidr
    “Strafrechtelijke vervolging voor wie assistentiehond weigert” (19/06/2013), De Standaard
  2.   Weblink bron
    kidr
    “Examens in middelbaar onderwijs zijn niet altijd betrouwbaar” (22/04/2014), De Standaard