Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • as·si·mi·leer·baar
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen assimileerbaar assimileerbaarder assimileerbaarst
verbogen assimileerbare assimileerbaardere assimileerbaarste
partitief assimileerbaars assimileerbaarders -

Bijvoeglijk naamwoord

assimileerbaar

  1. van chemische component: geschikt om door een organisme gebruikt te worden om te gebruiken in de opbouw van organische verbindingen
    • Amoniak en nitraat zijn assimileerbare vormen van stikstof. 

Gangbaarheid