• ar·rant
  • Afkomstig van het Engelse bijvoeglijke naamwoord errant
stellend vergrotend overtreffend
arrant arranter arrantest

arrant

  1. compleet, volledig, volslagen
  • arrant coward
een volslagen lafaard
  • arrant dunce
een grote domkop
  • arrant fool
een erge dwaas
  • arrant hypocrite
een erge huichelaar / hypocriet
  • arrant liar
een volslagen leugenaar
  • arrant nonsense
bare onzin / klinkklare onzin
  • arrant scoundrel
een grote schoft
  • arrant thief
een drieste dief
  • arrant villain
een volslagen schurk