• com·ple·te

complete

  1. verbogen vorm van de stellende trap van compleet


vervoeging van
completar

complete

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van completar
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van completar
  3. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van completar