armelui
- ar·me·lui
- alleen meervoud, samenstelling van arme en lui [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | - | armelui |
verkleinwoord | - | armeluitje |
de armelui mv
- arme mensen
- Het woord armelui staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "armelui" herkend door:
94 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be