Et røntgenbilde fra en armbrutt
Een röntgenfoto van een armbreuk
  • arm·brott
Naar frequentie > 50000
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   armbrott     armbrottet     armbrott     armbrotta
armbrottene  
genitief   armbrotts     armbrottets     armbrotters     armbrottas
armbrottenes  

armbrott, o

  1. (medisch) armbreuk, armfractuur


  • arm·brott
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   armbrott     armbrottet     armbrott     armbrotta  

armbrott, o

  1. (medisch) armbreuk, armfractuur
    «Ho har fått nokon stygge skadar, armbrott, knekt nase, nokon brokne ribb-bein, men det er ingen fare for livet.»
    Ze heeft een aantal vervelende blessures gehad, zoals een armbreuk, een gebroken neus en een paar gebroken ribben, maar haar leven is niet in gevaar.