Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ar·beids·rech·ter
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord arbeidsrechter arbeidsrechters
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de arbeidsrechterm

  1. (economie) (juridisch) rechter die bemiddelt bij arbeidsconflicten
     Daar was Nuyens het niet mee eens. Hij stapte naar de arbeidsrechter en eiste een zogeheten verbrekingsvergoeding van 1,2 miljoen euro. Deze keer kreeg de hij wel gelijk, maar de rechter halveerde wel de financiële eis.[1]
     HEMA had de moslima die werkte in een Belgische vestiging in Genk niet mogen ontslaan omdat ze een hoofddoek droeg. Het bedrijf moet de 21-jarige vrouw ruim 9.000 euro achterstallig loon betalen. Dat heeft de arbeidsrechter in België bepaald.[2]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Rechtbank beslist: Van Aert moet 662.000 euro betalen voor contractbreuk” (Woensdag 9 juni 2021, 10:38), NOS
  2.   Weblink bron “Ontslag moslima HEMA onterecht” (Woensdag 2 januari 2013, 13:05), NOS