arbeidsongeschiktheidspensioen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ar·beids·on·ge·schikt·heids·pen·si·oen
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van arbeidsongeschiktheid zn en pensioen zn met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | arbeidsongeschiktheidspensioen | arbeidsongeschiktheidspensioenen |
verkleinwoord | arbeidsongeschiktheidspensioentje | arbeidsongeschiktheidspensioentjes |
Zelfstandig naamwoord
het arbeidsongeschiktheidspensioen o
- (economie) uitkering die iemand ontvangt die door gezondheidsproblemen minder of niet kan werken
- ▸ Mensen die een wia-uitkering krijgen, hebben onder voorwaarden recht op een arbeidsongeschiktheidspensioen. Ook kunnen ze premievrij ouderdomspensioen opbouwen. Ze moeten dat zelf aanvragen, maar in sommige gevallen gebeurt dat niet.[1]
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord 'arbeidsongeschiktheidspensioen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “ABP op zoek naar deelnemers die miljard laten liggen” (Woensdag 19 juni 2019, 11:56), NOS