arbeidsgeneesheer
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ar·beids·ge·nees·heer
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van arbeid zn en geneesheer zn met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | arbeidsgeneesheer | arbeidsgeneesheren |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de arbeidsgeneesheer m
- (medisch) (beroep) een arts die de aanvullende specialisatie in arbeidsgeneeskunde heeft gevolgd
Verwante begrippen
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord arbeidsgeneesheer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.