arbeidsgehandicapte

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ar·beids·ge·han·di·cap·te
Woordherkomst en -opbouw

Bijvoeglijk naamwoord

arbeidsgehandicapte

  1. verbogen vorm van de stellende trap van arbeidsgehandicapt
enkelvoud meervoud
naamwoord arbeidsgehandicapte arbeidsgehandicapten
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de arbeidsgehandicaptev / m

  1. iemand die door langdurige lichamelijke of geestelijke problemen wordt belemmerd om te werken

Gangbaarheid