Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ar·bei·ders·au·to
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord arbeidersauto arbeidersauto's
verkleinwoord arbeidersautootje arbeidersautootjes

Zelfstandig naamwoord

de arbeidersautom

  1. (verkeer) goedkope, eenvoudige auto die ook door mensen met een laag inkomen gekocht en gebruikt kan worden


Gangbaarheid

Verwijzingen