Nederlands

 
appartementsblok
Uitspraak
Woordafbreking
  • ap·par·te·ments·blok
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord appartementsblok appartementsblokken
verkleinwoord appartementsblokje appartementsblokjes

Zelfstandig naamwoord

het appartementsbloko

  1. groot aaneengesloten gebouw dat is opgedeeld in verschillende zelfstandige wooneenheden
     In totaal wonen tien eigenaren van de vijftien in het appartementsblok in de verkeerde woning. ,,Ik woon in nummer acht en dacht dus dat ik nummer acht gekocht had, maar nu blijkt uit de documenten dat ik het nummer negen gekocht had.[1]
     Terwijl een brand in haar appartementsblok woedde, had Michelle Dobyne even tijd voor een kort interview.[2]
     Voor iedereen die het appartementsblok passeerden, waren de jongen en hun moeder een ware trekpleister. Er waren zelfs mensen dagelijks op post om het uilengezin te komen bewonderen.[3]
Schrijfwijzen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Britse verkoper verrast: hij woont al jaren in verkeerde flat” (10-01-2017), Tubantia
  2.   Weblink bron “Spraakmakende getuigenis van brand gaat internet over” (12-01-2017), Tubantia
  3.   Weblink bron
    Simone van Zwienen
    “Oehoe-kuikens die steeds uit nest kukelden op balkon van Jos (64) zijn Dier van het Jaar geworden” (04-10-2020), Tubantia