apotek
![]() |

De Apotheek 1 in Göteborg
Deens
Uitspraak
Woordherkomst en -opbouw
Naar frequentie | 21182 |
---|
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | apotek | apoteket | apoteker | apotekerne |
genitief | apoteks | apotekets | apotekers | apotekernes |
Zelfstandig naamwoord
apotek, o
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- apotek in: Det Danske Sprog- og Litteraturselskabop website:ordnet.dk
Faeröers
Uitspraak
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | apotek | apotekið | apotek | apotekini |
genitief | apoteks | apoteksins | apoteka | apotekanna |
datief | apoteki | apotekinum | apotekum | apotekunum |
accusatief | apotek | apotekið | apotek | apotekini |
Zelfstandig naamwoord
apotek, o
apotek
- accusatief onbepaald onzijdig enkelvoud van apotek
- nominatief onbepaald onzijdig meervoud van apotek
- accusatief onbepaald onzijdig meervoud van apotek
Indonesisch
Woordafbreking
- apo·tek
Woordherkomst en -opbouw
- Afkomstig van het Nederlandse zelfstandige naamwoord apotheek
Zelfstandig naamwoord
apotek
Schrijfwijzen
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Noors
Uitspraak
Woordafbreking
- apo·tek
Woordherkomst en -opbouw
- Afkomstig van het Griekse woord ἀποθήκη (apothēkē; "voorraad") via het Middeleeuws-Latijnse apotheca
Naar frequentie | 18175 |
---|
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | apotek | apoteket | apotek apoteker |
apoteka apotekene |
genitief | apoteks | apotekets | apoteks apotekers |
apotekas apotekenes |
Zelfstandig naamwoord
apotek, o
- (medisch) apotheek
- «Hvilke apotek er billigst, og hvem gir deg den beste kundeservicen?»
- Welke apotheek is het goedkoopst en welke biedt de beste klantenservice?
- «Hvilke apotek er billigst, og hvem gir deg den beste kundeservicen?»
- een kleinere voorraad aan medicijnen
- «Sørg for å ha lindrende produkter i ditt husapotek.»
- Zorg ervoor dat je kalmerende producten in je huisapotheek hebt.
- «Sørg for å ha lindrende produkter i ditt husapotek.»
Afgeleide begrippen
- [1]: apoteker
- [1]: apotektekniker
- [2]: bilapotek
- [2]: husapotek
- [2]: lommeapotek
Zelfstandig naamwoord
apotek
- nominatief onbepaald onzijdig meervoud van apotek
Schrijfwijzen
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Nynorsk
Uitspraak
Woordafbreking
- apo·tek
Woordherkomst en -opbouw
- Afkomstig van het Griekse woord ἀποθήκη (apothēkē; "voorraad") via het Middeleeuws-Latijnse apotheca
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | apotek | apoteket | apotek | apoteka |
Zelfstandig naamwoord
apotek, o
Afgeleide begrippen
- [1]: apoteker
- [1]: apotektekniker
- [2]: bilapotek
- [2]: husapotek
- [2]: lommeapote
Zelfstandig naamwoord
apotek
- nominatief onbepaald onzijdig meervoud van apotek
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Zweeds
Uitspraak
Woordafbreking
- apo·tek
Naar frequentie | 14102 |
---|
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | apotek | apoteket | apotek | apoteken |
genitief | apoteks | apotekets | apoteks | apotekens |
Zelfstandig naamwoord
apotek, o
Zelfstandig naamwoord
apotek
- nominatief onbepaald onzijdig meervoud van apotek
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.