• apex
  • Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘top’ voor het eerst aangetroffen in 1834 [1]
  • uit het Latijn [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord apex apexen
apices
verkleinwoord

de apexm

  1. (wiskunde) top van een ruimtelijk figuur
    • Een piramide heeft een apex die met een ribbe is verbonden met alle andere hoekpunten van de figruur. 
    • Een kegel heeft één apex. 
  1. top
54 % van de Nederlanders;
57 % van de Vlamingen.[3]