apartje
- apart·je
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ||
verkleinwoord | apartje | apartjes |
het apartje o
- overleg in beperkte kring waarbij anderen zijn uitgesloten
- ▸ Binnen de EU, maar ook binnen de Commissie, was er groot verzet tegen zo'n "apartje". Omdat nood wet breekt, komt de top er vandaag toch. Dank zij de financiële crisis wordt dus een taboe doorbroken.[2]
- gesprek onder vier ogen
1. overleg in beperkte kring waarbij anderen zijn uitgesloten
- Het woord apartje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "apartje" herkend door:
54 % | van de Nederlanders; |
59 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “Einde van een taboe: eerste top van Eurozone is een feit” (12/10/2008), De Standaard
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be