Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • an·ti·trom·bi·ne
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van het Griekse 'thrombos' (bloeddruppel) met het voorvoegsel anti- en met het achtervoegsel -ine
enkelvoud meervoud
naamwoord antitrombine antitrombinen
verkleinwoord antitrombinetje antitrombinetjes

Zelfstandig naamwoord

antitrombine v m o

  1. (biochemie) eiwit in bloedplasma dat de bloedstolling remt

Gangbaarheid

Meer informatie