Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • an·ti·slip·cur·sus
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord antislipcursus antislipcursussen
verkleinwoord antislipcursusje antislipcursusjes

Zelfstandig naamwoord

de antislipcursusm

  1. een cursus om slippen met de auto te voorkomen
    • Bij dat abonnement krijg je een gratis antislipcursus. 

Gangbaarheid