bankje als antiquiteit
  • an·ti·qui·teit
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘voorwerp uit vroeger tijd’ voor het eerst aangetroffen in 1561 [1]
  • afgeleid van het Franse antiquité (met het achtervoegsel -iteit) [2] [3]
enkelvoud meervoud
naamwoord antiquiteit antiquiteiten
verkleinwoord

de antiquiteitv [4]

  1. een oud kunst-, sier- of gebruiksvoorwerp, voorwerp uit de oude tijd
    • Opvallend is het grote aantal deelnemers dat kunst uit vele windstreken en disciplines combineert. Het lijkt erop dat de aanpak van Axel Vervoort school heeft gemaakt. Die Vlaamse kunsthandelaar en woninginrichter van de superrijken laat al jaren zien dat modernistisch design uitstekend samengaat met Egyptische antiquiteiten, Japanse moderne kunst en wat niet al.[5] 
  2. (pejoratief) iets wat ouderwets is en niet meer in de mode
    • De komende jaren zal nog enige plastische chirurgie worden nagespeeld ter attentie van zogenaamde normen en waarden: volksverlakkerij. Het morele kapitaal van de FIFA is al jaren veilig opgeborgen in het pakhuis van antiquiteiten.[6]  
91 % van de Nederlanders;
94 % van de Vlamingen.[7]