Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • an·ti·ast·ma·ti·cum
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van astma met het voorvoegsel anti- en met het achtervoegsel -icum
enkelvoud meervoud
naamwoord antiastmaticum antiastmatica
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het antiastmaticumo

  1. (medisch) middel tegen astma (benauwdheid van luchtwegen)
Vertalingen

Gangbaarheid