anorak
Niet te verwarren met: Anorak |
- ano·rak
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘windjak’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1961 [1]
- van Groenlands annoraaq, in 1897 voor het eerst aangetroffen in een beschrijving van Groenlandse klederdracht (zie laatste vindplaats hieronder) [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | anorak | anoraks anorakken |
verkleinwoord | anorakje | anorakjes |
- (kleding) waterdichte korte overjas dicht van voren, met capuchon
- Ze had een hoog opgestoken blonde paardestaart en droeg opvallend fel gekleurde kousen onder een hard gesteven petticoat, die haar legergroene anorak wijd rondom het zadel uiteen spreidde. [3]
- Hoogerwerf en ik hadden onze particuliere uitrusting bij Carl Denig te Amsterdam betrokken; zijn artikelen zijn wel duur, maar bijzonder doeltreffend en duurzaam: één donzen slaapzak, twee kameelharen dekens, één anorak, één stel bespijkerde schoenen, drie paar niet ontvette geiteharen sokken. Deze zijn gedurende den gehelen tocht gebruikt en bovendien in Juni 1937 door mij in Celebes; ze zijn nu nog volkomen bruikbaar. [4]
- (kleding) jas dicht van voren met capuchon, zoals gedragen door de inwoners van Groenland
- Bijna een eeuw later is de kleding van het Inuit-jongetje nog nauwelijks veranderd. De broek is nog steeds van ijsberebont, de laarzen van zeehondehuid en poolvossebont. Alleen de anorak is nu, uit praktische overwegingen, van katoen. [5]
- Het bovenlichaam is bedekt door den zoogenaamden anorak, een soort jakje met lange mouwen, dat van wollen stof, door de rijke dames soms ook van zijde of fluweel wordt gedragen, terwijl het van onderen bij elkaar genomen wordt door een breed lint van bontgekleurde zijde. Onder den anorak wordt de tuniak gedragen, een kleedingstuk gemaakt van de huid der eidergans. [6]
-
1. waterdichte korte overjas dicht van voren, met capuchon
-
2. jas dicht van voren met capuchon, zoals gedragen door de inwoners van Groenland
- Het woord anorak staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "anorak" herkend door:
73 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen.[7] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "anorak" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ anorak op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Assen jr., K. van"Kattemat" in: Hollands Maandblad. 535/536 jrg. 34 nr. 6/7 (juni/juli 1992) Stichting Hollands Maandblad / Uitgeverij Veen, Amsterdam; p. 47; geraadpleegd 2018-09-24
- ↑ Steenis, C.G.G.J. van"Exploraties in de Gajo-landen. Algemeene resultaten der Losirexpeditie 1937" in: Tijdschrift van het Aardrijkskundig Genootschap (1938) Stemler, Amsterdam; p. 743; (oudste vindplaats op Delpher) geraadpleegd 2018-09-24
- ↑ fotobijschrift Hering, F."Aandacht voor 'grijze vlek' in arctisch onderzoek. Mode op de Noordpool" in: De Telegraaf jrg. 102 nr. 32985 (19 februari 1994); p. 65 (TA 1) kol. 8; geraadpleegd 2018-09-24
- ↑ "Voor dames." in: Rotterdamsch Nieuwsblad jrg. 20 nr. 6052 (6 december 1897); p. 2 kol. 5; (oudste vindplaats op Delpher) geraadpleegd 2018-09-24
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|
zonder lidwoord | met lidwoord | zonder lidwoord | met lidwoord |
anorak | l'anorak | anoraks | les anoraks |
anorak m
- (warm) jack
- La femme était elle-même engoncée dans un vaste anorak blanc qui lui faisait une silhouette d'ours polaire. [1]
- ↑ Serge Brussolo, Capitaine Suicide, 1992, Fleuve Noir, ISBN 2-265-04827-5