annonce
- an·non·ce
- uit het Frans [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | annonce | annonces |
verkleinwoord |
- advertentie
- aankondiging, bekendmaking (m.n. van een overlijdensbericht)
- Zij die geen kennisgeving hebben ontvangen, gelieve deze annonce als zodanig te beschouwen.[2]
2. aankondiging
- Het woord annonce staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "annonce" herkend door:
74 % | van de Nederlanders; |
86 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ annonce op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Veelgebruikte standaardtekst in Nederlandse rouwadvertenties
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|
zonder lidwoord | met lidwoord | zonder lidwoord | met lidwoord |
annonce | l'annonce | annonces | les annonces |
annonce v
- advertentie
- «Mettre une annonce dans le journal.»
- Een advertentie in de krant zetten.
- «Mettre une annonce dans le journal.»
- aankondiging, mededeling, bekendmaking (zowel mondeling als schriftelijk)
vervoeging van |
---|
annoncer |
annonce