animisme
- ani·mis·me
- In de betekenis van ‘opvatting dat alle dingen een ziel hebben’ voor het eerst aangetroffen in 1873 [1]
- afgeleid van het Latijnse 'anima' (ziel) met het achtervoegsel -isme [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | animisme | - |
verkleinwoord | - | - |
het animisme o
- (filosofie) leer volgens welke de ziel de oorzaak is van alle levensfuncties
- (filosofie) (religie) levensbeschouwing die aan alle dingen een 'ziel' toekent
- stroming in de Vlaamse schilderkunst van de 20e eeuw, een reactie op het expressionisme
- Het woord animisme staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "animisme" herkend door:
75 % | van de Nederlanders; |
73 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "animisme" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be