anapest

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  anapest    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• ana·pest

Woordherkomst en -opbouw

• Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘versvoet’ voor het eerst aangetroffen in 1821

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	anapest	anapesten
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

de anapest m

1. (letterkunde) versvoet bestaande uit twee onbeklemtoonde lettergrepen gevolgd door een beklemtoonde

Verwante begrippen

• metrum

Vertalingen

    1.   

Engels: anapaest (en)

Spaans: anapesto (es) m

Gangbaarheid

• Het woord anapest staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "anapest" herkend door:

25 %	van de Nederlanders;
26 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.