Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • am·pu·ta·tie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord amputatie amputaties
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de amputatiev [3]

  1. (medisch) afzetting van een lichaamsdeel
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen