amoraïtisch
- Geluid: amoraïtisch (hulp, bestand)
- IPA: / amoraˈʔitis / (5 lettergrepen)
- amo·raï·tisch, amo·ra·itisch
- vernederlandst Hebreeuws, afgeleid van amoraïeten, zonder de meervoudsuitgang -en, met het achtervoegsel -isch [1]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | amoraïtisch | ||
verbogen | amoraïtische |
amoraïtisch
- (Jiddisch-Hebreeuws) (uit de periode) van de amoraïeten
- Het woord 'amoraïtisch' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.