Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • amb·te·na·rij
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord ambtenarij ambtenarijen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de ambtenarijv

  1. de macht van de ambtenaren
    • Dat bij ouderen hoge bloeddruk meer voorkomt, wordt veroorzaakt door de onmacht die ze voelen nu ze de zaken eindelijk doorkrijgen. Ik wéét nu hoe de ambtenarij werkt, ik wéét dus dat er geen aandacht aan bepaalde stukken straat zal worden besteed.[2] 
  2. de klasse van ambtenaren
    • De Europarlementsleden roepen de Commissie op de procedure voor de benoeming te herevalueren. Dat moet andere kandidaten binnen de Europese ambtenarij de kans bieden zich kandidaat te stellen voor het ambt van secretaris-generaal.[3] 
  3. de ingewikkelde, trage manier van werken door officiële instanties
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

97 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen