• am·bas·sa·dri·ce
enkelvoud meervoud
naamwoord ambassadrice ambassadrices
verkleinwoord - -

de ambassadricev

  1. (beroep), (diplomatie) vrouwelijke vorm van ambassadeur
    • We zullen waarschijnlijk nog een paar jaar moeten wachten op de eerste ambassadrice van Saoedi-Arabië. 
     Ze werd bestuurd door de sofonen en trad op als Trisolaraanse ambassadrice op aarde.[1]
  2. persoon die iets of iemand vertegenwoordigd
     Francine deed dat met verve - ze zong en danste als een wilde, met wapperende haren en schitterende ogen, zodat iedereen om haar glimlachte en mijn vader zei: „Francine is onze ambassadrice.[2]
88 % van de Nederlanders;
89 % van de Vlamingen.[3]
  1. Liu Cixin
    “Het einde van de dood” (2021), Uitgeverij Prometheus  , ISBN 9789044645835
  2. Victoria Holt
    “De Engelse gouvernante” (1981), Saga, ISBN 9788726484823
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be